Competentiegebied 7: Professionaliteit

Ontwikkeling praktijkjaar 4:

 

Competentie 7; Professionaliteit:

Leerdoel:

Ik reflecteer systematisch op eigen gedrag en verpleegkundig handelen en maak dit inzichtelijk voor collegae.


Binnen de werkgroep voor mijn scriptie heb ik veel kennis opgedaan - en voortouw moeten nemen in het reflecteren volgens de Plan-Do-Check-Act cyclus. Ondanks dat ik ook dit jaar weer in mijn patroon van, vervallen in een werknemer-rol en mijn leerling rol vergeten ben gevallen, heb ik wel ontwikkeling doorgemaakt qua professionaliteit. Ik merk dat ik zekerder ben geworden in mijn rol als verpleegkundige en zonder te twijfelen handel in crisis-situaties. Ik kan voor mijzelf mijn werk en privé gescheiden houden. Onlangs kreeg er een cliënt een herseninfarct wat in eerste instantie leek op een insult. Ik vond het al snel niet meer lijken op een insult, waardoor ik het voortouw nam qua interventies. Client is met de ambulance naar het ziekenhuis vervoerd, waarna hij helaas is overleden. Na dit voorval merkte ik aan mijzelf dat ik hier vrede mee kon hebben, omdat ik wist dat ik niets anders had kunnen doen dan wat ik had gedaan. Ik voelde mij zeker en vertrouwde op mijn handelen. Achteraf kreeg ik ook complimenten van mijn manager en het team voor het goede en snelle handelen. Dit was voor mij een bevestiging van mijn groei dit afgelopen jaar. Uit dit voorbeeld blijkt dat ik op zelfstandig op F-4 niveau handel binnen dit competentiegebied.

Ontwikkeling praktijkjaar 4:

 

Beginsituatie: Het competentiegebied 7A, het vermogen om bewust te ontwikkelen neem ik altijd mee in mijn leerwerkperiode. Omdat ik snel geneigd ben om veel in de praktijk als collega mee te draaien en hierbij mijn leerling rol te vergeten is het voor mij belangrijk om hier continue op te blijven reflecteren en mijn eigen leerproces te blijven sturen. De afgelopen jaren heb ik onder andere hierdoor veel op het laatste moment moeten doen, waardoor ik wellicht meer uit mijn opdrachten had kunnen halen. Binnen competentiegebied 7B, het handelen volgens de waarden en normen van het verpleegkundig beroep ben ik al verder in ontwikkeling door de verschillende leerwerkperioden, verdiepingen in doelgroepen en verpleegkundige ervaringen hierin, vooral bij de Jellinek en de thuiszorg heb ik veel leren werken met protocollen die bij het verpleegkundige beroep horen. Ook competentie 7C, de autonome als participerende rol in de zorgverlening vervullen en het verantwoorden van keuzes denk ik steeds verder te ontwikkelen omdat ik steeds meer ervaring opdoe en tools verzamelen in mijn rugzak.

Praktijkleerperiode 3 / leerdoelen: In de afgelopen praktijkleerperiode heb ik veel rekening moeten houden met de beroepscode en de wetgevingen die gelden omdat ik op een forensische afdeling werkte. Hierin kwam ik veel ethische vraagstukken tegen, maar ook verschillen in normen en waarden en welke gevolgen dat kan hebben, zowel bij mijzelf als bij collegae en verschillende visies in het team. Omdat je te maken hebt met mensen die een delict hebben gepleegd, ben ik mij extra bewust geworden van mijn kwaliteiten, maar ook van mijn minder sterke kanten, waardoor ik deze heb kunnen ontwikkelen. Zo ben ik mij veel bewust geworden van mijn afstand-nabijheidsgrens dan dat ik was en heb ik meer met agressief gedrag en slecht nieuws gesprekken kunnen werken dan in de voorgaande perioden.

Bewijzen / indicatoren:

7A: De verpleegkundige geeft blijk van het vermogen zich bewust te ontwikkelen.

  • Reflecteert systematisch op eigen gedrag en ervaringen en maakt deze bespreekbaar, is zich bewust van de persoonlijke kwaliteiten en zet deze adequaat in. Is in staat eigen bekwaamheid te bepalen. Geeft sturing aan het eigen leerproces: In de afgelopen jaren heb ik mijn sterke en minder sterke kanten en kwaliteiten leren kennen en ontwikkelen. Zo ben ik van nature heel zacht en gelijkwaardig in omgang, waardoor ik moeite heb met grenzen stellen. In de afgelopen periode heb ik daar goed mee kunnen oefenen, juist doordat ik de cliënten heel gelijkwaardig benader, konden zij veel meer van mij hebben als ik grenzen stelde en hen aansprak op ongewenst gedrag, iets wat ik eerder heel lastig vond om te doen. Wanneer ik in een situatie kwam waarin ik voelde dat ik twijfelde of iets lastig vond, besprak ik dit met collegae. Zo bespraken we crisissituaties altijd voor (in hoeverre dit mogelijk was) en na, zodat ik hier op kon reflecteren en door kon groeien, zowel individueel als binnen het team.

7B: De verpleegkundige handelt volgens de waarden en normen van het verpleegkundig beroep.

  • Maakt gebruik van de verpleegkundige beroepscode, de regels vanuit de organisatie en de wetgeving. Levert een bijdrage aan de ontwikkeling van verpleegkundige waarden en normen. Dit varieert van het meedenken over tot het innemen van een standpunt en deze verhelderen en beargumenteren: Voor deze leerwerkperiode wist ik weinig af van de forensische psychiatrie en alle wetgeving en regels omtrent TBS. Door het begeleiden van cliënten met TBS en andere juridische maatregelen heb ik hier veel ontwikkeling in kunnen maken, doordat er in de begeleiding veel rekening met de wetten en beperkingen die dit veroorzaken moet worden gehouden. Er kan niet afgeweken worden van een afsprakenblad, omdat alles in overleg met justitie is goedgekeurd. Binnen overlegmomenten heb ik mijzelf en cliënt vertegenwoordigd wanneer ik dacht dat er iets veranderd moest worden aan de afspraken of regels. Ik heb regelmatig deelgenomen aan de casuïstiek waarin de ontwikkeling van cliënten besproken werd.
  • Toont zich bewust van de beroepsrol als verpleegkundige. Is zich bewust van de discrepantie eigen waarden en normen en professionele waarden en normen en herkent het effect hiervan op het eigen gedrag en dat van de ander: In de afgelopen periode heb ik een cliënt intensief begeleidt. Deze cliënt ging zich vervolgens erg richten op mij, waarna hij ook Facebook berichten ging versturen. Hier ben ik na met mijn collegae overlegd te hebben, in gesprek over gegaan met cliënt. Er waren hierna wat verschillende meningen in het team, of ik deze cliënt nog verder moest begeleiden, omdat hij naar mij toe wel meer openende en meer activiteiten ondernam, iets wat hij normaal niet deed, of dat ik hem niet meer moest begeleiden uit preventieve zorg voor het geval hij grensoverschrijdend zou worden. Zo vertelde hij aan mij dat zijn vrouw iemand vermoord had en vervolgens vroeg hij waarom ik niet schrok. Voor mij was dat op dat moment een bewustwording van de discrepantie tussen mijn eigen waarden en normen en mijn professionele waarden en normen, die daar heel praktisch over na konden denken, zonder persoonlijke emotionele lading.

7C: De verpleegkundige vervult zowel een autonome als participerende rol in de zorgverlening en kan keuzes verantwoorden.

  • Neemt zelfstandig beslissingen binnen het verpleegkundig beroepsdomein. Hanteert de grenzen van het eigen kunnen en vraag zo nodig consult aan (para)medici. Draagt verantwoordelijkheid voor de eigen werkzaamheden en geeft grenzen hierin aan en bewaakt deze. Herkent de consequenties van het medische beleid en stemt de zorg hierop af (participatief): De afgelopen leerwerkperioden heb ik steeds meer zelfstandigheid en verantwoording genomen, door de ervaring die je op doet. De Jellinek is voor mij een grote stap hierin geweest, doordat ik zelfstandig een groep van 8 cliënten moest draaien. Daarnaast heeft het PB schap de afgelopen periode mij daarin nog verder ontwikkeld, om zo de gehele coördinatie van een behandeling te dragen. Ook heb ik de afgelopen periode medische verantwoording gedragen over medicatie delen, ZN medicatie verstrekken en hier de bijwerkingen van kennen. Wanneer ik bijwerkingen observeerde of mij zorgen maakte over observaties, heb ik de medische dienst en/ of psychiater ingeschakeld, net welke discipline ik daarvoor nodig achtte, soms na overleg met collegae. Uit beoordelingen blijkt dat mijn collegae mij ervaren als een fijne collegae, iemand die zowel zelfstandig pro actief handelt, als prettig samenwerkt.