Competentiegebied 2: Communicatie

Ontwikkeling praktijkjaar 4:

 

Competentiegebied 2; Communicatie:

 

Leerdoel:

Ik communiceer effectief met collegae en cliënten binnen een crisissituatie.

 

Op dit competentiegebied krijg ik veel positieve feedback over mijn transparante houding tegenover cliënten, zowel op de afdeling als in crisissituaties die ontstaan zijn tijdens deze leerwerkperiode. Ik ben empathisch en begripvol, maar daarentegen wijs ik hen ook op gemaakte afspraken wanneer zij deze niet nakomen. Zo weten wij wat zij aan mij hebben. Ik heb ontwikkeling doorgemaakt tijdens mijn coördinerende functie op de afdeling. Hierin moest ik het voortouw nemen en zelfstandig beslissingen maken, deze coördineren, de acties uitzetten en diverse overlegsituaties leiden. Dit vond ik de eerste dagen vrij spannend om te doen, maar is voor mijn ontwikkeling erg goed geweest. Mede hierdoor heb ik mij binnen dit competentiegebied ook kunnen ontwikkelen met betrekking tot mijn persoonlijke leerdoelen. Ik dompelde onder in mijn werkzaamheden, werkte vaak over omdat ik alles af wilde ronden en compleet over wilde dragen naar de volgende dienst. Door de drukte op de afdeling, vergat ik mijn leerling rol waardoor ik zelf in tijdsnood kwam met mijn opdrachten. Ik heb ontwikkeling doorgemaakt in het delegeren van taken, het leiden van overlegsituaties en het durven nemen van verantwoordelijkheid en hierin op mijn eigen handelen en kennis vertrouwen. Hierdoor heb ik mijn zelfstandig F-4 niveau handel bevestigd binnen dit competentiegebied.

 

Ontwikkeling praktijkjaar 3:

 Beginsituatie: Ten aanzien van competentiegebied 2A (vertrouwensrelatie met cliënt) heb ik veel positieve feedback gekregen op mijn vorige leerwerkplekken betreft de communicatie en vertrouwensrelatie naar cliënten en collegae toe. In de eerste jaren heb ik moeten oefenen met het bewaken van de afstand-nabijheid grens naar cliënten toe, omdat ik het moeilijk vond te begrenzen in gedrag. Hier ben ik steeds bekwamer in geworden door mij hierin te laten voorzien van feedback en door te oefenen hiermee. Binnen competentiegebied 2B ( voorlichting, informatie en GVO geven) heb ik veel ervaring opgedaan in leerwerkperiode 2 op de klinische detox, door opname dagen te leiden en de trainingen/ modules en klinische lessen te geven. In de dagelijkse begeleiding komt er individuele informatie en voorlichting te pas. Voornamelijk veel binnen de verslavingszorg omdat de cliëntengroep daar wisselender is. Ook binnen competentiegebied 2C (optimale informatie uitwisseling) heb ik positieve feedback gekregen op mijn vorige leerwerkplekken met betrekking tot het nakomen van mijn afspraken, nauwkeurigheid en duidelijkheid. Qua rapportages en overdrachten krijg ik goede feedback, dat deze helder en relevant zijn. Daarnaast hebben de verschillende trainingen COVA ook bijgedragen een de verschillende vormen van gesprekstechnieken die ik zo in de praktijk toe kon passen.

 

Praktijkleerperiode 3 / leerdoelen: Binnen de PB schappen die ik het afgelopen leerjaar voor het eerst zelfstandig heb gedaan heb ik veel te maken gehad met de communicatie. Omdat dit in een forensische setting was (Inforsa) moest ik in het begin wel wennen aan de cliënten groep, die over het algemeen wat geslotener en achterdochtiger was dan ik gewend was. Daarnaast had je ook op juridisch aspect veel verantwoording en heeft dit ook gevolgen voor de communicatie naar derden. Naar cliënt toe, in het opbouwen van een vertrouwensband met een cliënt die wat gesloten en teruggetrokken was. Dit heb ik gedaan door mij te verdiepen in de presentietheorie en volgens deze theorie het PB schap in te stappen, door naast de cliënt te gaan staan. Maar ook de communicatie binnen het coördineren van het PB-schap heb ik kunnen oefenen. Bijvoorbeeld de communicatie binnen een behandelplan, om alle informatie in te zamelen, deze zo concreet en helder mogelijk weer te geven en te zorgen dat het gehele behandeld team op de hoogte is van het proces van cliënt. Ook heb ik nog de overdracht naar een ambulante vervolgsetting mogen doen, dus heb ik het gehele communicatieproces inclusief eindoverdracht kunnen afsluiten met positieve feedback.

Bewijzen / indicatoren: 2A: De verpleegkundige gaat een vertrouwensrelatie aan met cliënt.

  • Gaat contact aan met patiënt, onderhoudt het contact en bouwt zorgvuldig af: door vrij achterdochtige doelgroep waar ik mee werkte heb ik veel tijd moeten investeren aan contactgroei. Door het veel aanwezig zijn op de groep, en open niet veroordelende houding te hebben en betrouwbaar te zijn heb ik een prettige relatie op kunnen bouwen, onderhouden en deze ook zorgvuldig weer afgebouwd. Binnen de PB-schappen kon ik dit gestructureerd doen, doordat mijn cliënt ook naar een ambulante vervolgsetting ging. Dit blijkt uit mijn PLO Persoonlijk begeleiderschap en de feedback die ik van collegae gekregen heb tijdens mijn beoordelingen.
  • Neemt een emphatische houding aan: Over de afgelopen jaren heb ik veel positieve feedback gekregen over mijn natuurlijke wijze van empathie tonen en de gelijkwaardigheid waarmee ik cliënten begeleidt. Dit is terug te vinden in mijn beoordelingen over de afgelopen jaren. In deze periode heb ik dit bijvoorbeeld in kunnen inzetten bij bepaalde cliënten in crisissituaties, omdat ik ‘zachter’ overkwam.
  • Schat de gedachten en gevoelens van patiënt in en doet moeite om deze te begrijpen: Met deze indicator heb ik veel kunnen oefenen deze periode, omdat de normen en waarden en belevingen van deze doelgroep zo ver van mijn persoon af liggen. Door oprecht geïnteresseerd te zijn en de belevingen van cliënt niet te veroordelen, verkreeg ik veel meer openheid bij cliënten die normaal gesproken niet zeiden wat zij dachten of welke theorie zij daarover hadden. Zo heb ik iemand in een kamerprogramma intensief kunnen begeleiden deze periode. (casus Mike).
  • Laat zorgverlening aansluiten bij de ervarings- en belevingswereld en mogelijkheden van de patiënt: Deze indicator heb ik al veel mee kunnen oefenen binnen de Jellinek tijdens het geven van de modules, waarin ik rekening hield met de individuele diagnoses van de cliënten, maar ook de dynamiek in de groep en de geestelijk- en lichamelijke toestand van de cliënten tijdens het detoxificatieproces. Maar ook de vakken als cliëntenperspectief en het begeleiden van groepen cliënten die allen een andere diagnose hebben en een verschillende bejegening nodig hebben.



2B: De verpleegkundige geeft informatie, voorlichting, GVO en advies aan individuen en groepen.

  • Geeft informatie die afgestemd is op de situatie en mogelijkheden van patiënt: Deze periode heb ik veel kunnen oefenen met het begeleiden van cliënten die zwakbegaafd zijn, waardoor ik mijn communicatie aan moest passen. Daarnaast heb ik mij van tevoren veel moeten verdiepen in de wetgeving binnen de forensische psychiatrie zodat ik mijn PB-schap goed kon uitvoeren, binnen de wettelijke kaders en de mogelijkheden voor cliënt.
  • Geeft informatie gericht op kennisoverdracht / Stuurt groepsprocessen en begeleidt groepen bij activiteiten en interactie: Deze indicatoren heb ik voornamelijk ontwikkeld bij de Jellinek waar ik als verpleegkundige modules en trainingen gaf aan cliënten, die gericht waren op kennisoverdracht, zoals motivatie I en II, kennis over middelen, structuurmodule en de activiteiten modules zoals sporten en wandelen buiten de kliniek. Maar ook in de afgelopen leerwerkperiode heb ik de weekbespreking begeleidt waarin de problemen die speelden op de afdeling werken besproken, of nieuwe in te voeren regels werden uitgelegd bijvoorbeeld. Naast deze groepsmomenten komt kennisoverdracht ook in individuele gesprekken naar voren, om bijvoorbeeld knelpunten of een intakegesprek uit te leggen aan cliënten.
  • Vertaalt en verduidelijkt informatie van anderen disciplines voor de patiënt: Binnen mijn PB-schap zorgde ik ervoor dat ik aanwezig kon zijn bij de gesprekken met derden, zoals reclassering of een intake bij een ambulante vervolgsetting. Deze afspraken bereidde ik voor met mijn cliënt, door te kijken wat zijn hulpvragen waren binnen deze gesprekken, waardoor hij zelf het gesprek kon voeren met de andere partijen en ik alleen nog aan hoefde te vullen. Ik besprak deze ook altijd na met hem, om te zien of hij alles had begrepen en ik waar nodig het een en ander uit kon leggen. Maar ook buiten mijn PB-schap ging ik vaak mee naar de gesprekken met andere disciplines, of zorgde ik dat ik op de hoogte was van de besproken onderwerpen, zodat ik hier uitleg over kon geven wanneer nodig.

2C: De verpleegkundige zorgt voor een optimale informatie uitwisseling met alle betrokkene.

  • Bevordert de communicatie van de patiënt met alle betrokkenen, houdt de communicatie in stand of ondersteund deze: Binnen de PB schappen heb ik deze periode veel ondersteuning geboden binnen de communicatie van cliënt, zowel naar familie en naasten als naar diverse disciplines binnen de kliniek. Door aanwezig te zijn bij afspraken, deze afspraken voor te bespreken, zodat cliënt optimaal voorbereidt is. Maar ook door de familie te betrekken in signaleringsplannen en verloven voor te bespreken.
  • Zorgt zowel mondelijk als schriftelijk voor een duidelijke communicatie ten behoeve van de coördinatie en continuïteit van de zorg: Door middel van zowel schriftelijke- als mondelijke overdrachten naar collegae, waar ik goede feedback op kreeg dat mijn overdrachten concreet, relevant en helder waren. Daarnaast heb ik voor mijn persoonlijk begeleiderschap de schriftelijke communicatie moeten coördineren en het (digitale) dossier actueel moeten houden.
  • Spreekt zorgverleners aan op gemaakte afspraken: Deze periode heb ik ervaring opgedaan in crisissituaties en mijn grenzen stellen, waardoor ik ook zorgverleners / collegae aan moest spreken op gemaakte afspraken. Zowel binnen mijn PB-schap, als in algemene dingen zoals het aanhouden van een signaleringsplan, of het vergeten van de maandelijkse meetlijsten.
  • Zet communicatievaardigheden adequaat in: Hier heb ik door middel van COVA veel mee kunnen oefenen. In het bijzonder met de motiverende gespreksvoering, die wij zowel op school hebben gehad en waarvan ik de cursus via de Jellinek heb mogen doen. In de praktijk kan ik deze vaardigheden toepassen in de gesprekken die ik voer en positieve feedback over krijg in mijn beoordelingen.