Beginsituatie: Aan het begin van mijn opleiding was alles erg theoretisch en heeft dit in de afgelopen jaren steeds meer vorm gekregen door de praktijkervaring die je erbij opdoet. Van het uitvoeren van de verpleegplannen, ben ik deze zelf gaan schrijven, evalueren en verbeteren, waarbij preventie steeds meer een rol krijgt doordat ik deze ga herkennen uit ervaring die ik op heb gedaan in de eerste jaren. Er is steeds meer sprake van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid in steeds complexere situaties. Zoals het injecteren intramusculair is in de eerste jaren nog ontzettend spannend wanneer je dit oefent op elkaar in de VTV lessen, terwijl dat nu tot de dagelijkse praktijk behoort.

Praktijkleerperiode 3 / leerdoelen: De laatste periode heb ik een stap gemaakt van het uitvoeren naar het ontwerpen van bijvoorbeeld verpleegplannen en signaleringsplannen. Niet alleen voor mijn persoonlijk begeleiderschap maar ook wanneer ik een knelpunt signaleer bij andere plannen / cliënten, maak ik dit bespreekbaar in het team. Preventieprogramma’s hebben veel meer vorm gekregen doordat ik meer te maken heb gehad met crisissituaties binnen mijn afgelopen leerwerkplek. De opgedane kennis van de afgelopen jaren rondom verslaving heb ik binnen deze plek in kunnen zetten, door uitleg te geven over craving en trek, hoe dit zich lichamelijk en psychisch kan uiten. Daarnaast heb ik uitleg kunnen geven binnen het team over het metabool syndroom, voor welke onze clientengroep tot de risicopopulatie behoort.

Bewijzen / indicatoren: 1A: De verpleegkundige verleent zorg in complexe zorgsituaties.

 

• Verpleegkundige voert het verpleegplan uit: In de derde leerwerkperiode op de FPK resocialisatie afdeling van Inforsa heb ik het schrijven, begeleiden, evalueren en aanpassen van verpleegplannen verder kunnen ontwikkelen. In combinatie met de theorie van casemanagement en de visie van de afdeling (presentietheorie) heb ik mijn PB-schap vorm kunnen geven door hier elke week momenten voor te plannen. Hier kreeg ik mijn eigen caseload, welke ik samen met mijn werkbegeleider uitvoerde. Het PB-schap had weinig vorm op deze afdeling, naast bepaalde instrumenten die gebruikt moesten worden, als het behandelingsplan, signaleringsplan en dergelijke. Door mijn praktijkleeropdracht hieraan te wijden heb ik deze cliënt van begin tot eind kunnen begeleiden en heb ik het hele proces meegemaakt van opname tot ontslag. Dit was ontzettend leerzaam. Daarnaast heb voor dit verpleegplan multidisciplinair moeten samenwerken.
• Verpleegkundige observeert en signaleert problemen bij de cliënt: In mijn derde praktijkleerperiode was het belangrijk om gericht gedrag te observeren, gezien er sprake kon zijn van pre-delict signalen. Daarnaast observeerde ik niet alleen meer volgens de plannen van anderen, maar stelde ik de observatiepunten zelf ook op binnen een verpleeg-behandelplan van mijn PB cliënten. Ik was niet alleen maar aan het uitvoeren, maar ook aan het creëren, evalueren en bijstellen van observatiepunten.
• De verpleegkundige stelt ten alle tijde de cliënt centraal, speelt effectief in op de beleving, behoeften en wensen: In mijn derde leerwerkperiode kon ik nog meer groeien in het centraal stellen van cliënt zijn behoeften en wensen, doordat er binnen Inforsa met de presentie theorie gewerkt werd. Door in mijn begeleiding naast de cliënt te gaan staan en dit ook mee te nemen in mijn persoonlijk begeleiderschap heb zowel ik als mijn cliënt een ontwikkeling doorgemaakt. Mijn PB-cliënt durfde zich door mijn gelijkwaardige begeleiding meer te openen en inzicht te geven in zijn wensen, waardoor hij een stap kon maken in zijn resocialisatie proces.
• De verpleegkundige zet kennis en inzicht in ten behoeve van de zorg en neemt de eindverantwoordelijkheid voor alle fases van het verpleegkundig proces: Op mijn derde leerwerkplek kon ik mijn kennis en inzicht op een andere niveau inzetten, namelijk vooral door te zelfstandig uit te voeren en daarnaast te signaleren waar knelpunten en verbeterpunten zaten in de bestaande hulpverlening. Door de theoretische vakken op school (casemanagement, COVA) en mijn inmiddels opgedane kennis in de voorgaande jaren kon ik theorie naar de praktijk overzetten en bijvoorbeeld tegenover mijn collegae beargumenteren over verbetering van de zorg
  
  

1B: De verpleegkundige verleent preventieve zorg aan individuen en groepen.

• De verpleegkundige voert preventieprogramma’s uit: In het derde leerjaar kreeg preventie vooral vorm door het begeleiden volgens signaleringsplannen en het vooruit denken in crisissituaties om escalaties te voorkomen. Door de meerdere crisissituaties die op de afdeling voelde ik mij vrij in het diepe gegooid, maar door veel te overleggen met mijn collegae en de situaties voor te bespreken heb ik het juist als erg leerzaam ervaren en heb ik ook goede feedback gekregen over mijn preventief handelen in deze situaties gekregen.
• De verpleegkundige signaleert en interpreteert specifieke kenmerken van risicopopulatie en symptomen van reacties op ziekte of stoornis: De kennis die ik over schizofrenie en verslaving had opgedaan kon ik in het derde jaar gebruiken op de afdeling. Er was sprake van veel verslavingsproblematiek in combinatie met negatieve symptomen van schizofrenie. Door mijn eerdere ervaringen hiermee kon ik mijn gesprekstechnieken en bejegeningen gebruiken.
• De verpleegkundige volgt de regels van het veiligheidsbeleid op: In de derde leerwerkperiode was het veiligheidsbeleid van groot belang gezien het juridische aspect wat speelt bij TBS of cliënten die met een artikel zitten. In het begin was dit erg wennen voor mij omdat ik tot op heden alleen gewerkt had met vrijwillige opnames. Het was belangrijk om op de hoogte te zijn van alle protocollen, bijvoorbeeld bij ongeoorloofde afwezigheid maar ook de afsprakenbladen en behandelplannen omdat deze veranderd kunnen zijn vanuit justitie. Naast de juridische verantwoording kwamen er ook veel meer incidenten en agressie voor binnen deze leerwerkplek, waardoor het veiligheidsbeleid nog belangrijker werd om te waarborgen, voor zowel collegae als cliënten. Door de kennis en ervaringen van mijn collegae en de crisissituaties als kamerprogramma’s en kamercontroles en C-diensten heb ik een hoop geleerd deze periode.
• De verpleegkundige werkt volgens de regels van infectiepreventie: Op mijn derde leerwerkplek waren er weinig depots die gegeven werden. Naast de basis verpleeghandelingen als handen wassen voor het delen van medicatie, medicatie delen door middel van een mesje en uitdrukken in een bekertje, verklein je de bacteriën en het infectiegevaar voor cliënten. Binnen deze setting was het belangrijk om op de hygiëne van het voedsel en de pannen te letten, door ook de HCCP controle actueel te houden. In het derde jaar hebben wij op school ook nogmaals een herhalingscursus injecteren gehad, welke met een voldoende af werd gesloten.
  
  

1C: De verpleegkundige onderbouwt de zorg met behulp van klinisch redeneren.

• De verpleegkundige stelt kritische vragen: Het derde leerwerkjaar heb ik de feedback over het delen van meer kennis meegenomen en kon ik mij als verpleegkundige profileren en hierdoor kritische vragen stellen. Doordat er weinig aandacht was voor de somatiek op de afdeling en er niet veel verpleegkundige in dienst waren, kon ik mijn zorg onderbouwen en beargumenteren door middel van klinisch redeneren en mijn collegae ook voorzien van kennis en namen zij dit graag aan.
• De verpleegkundige voert het verpleegkundig proces systematisch uit: is in staat gegevens te verzamelen, te analyseren, verpleegkundige zorg vast te stellen, interventies vast te stellen en uit te voeren, tot evaluatie van proces, product en randvoorwaarden. In het tweede jaar heb ik mij voornamelijk met het verpleegkundig proces bezig gehouden in de vorm van behandelplannen binnen de behandeling en het verpleegkundige proces tijdens de detoxificatie. Door te observeren, meten en multidisciplinair te overleggen wordt het verpleegplan opgesteld, geëvalueerd en bijgesteld in deze week. Omdat het volgens een gestructureerd tijdspad ging was het van belang dat ik de structuur bewaarde tijdens het inventariseren en evalueren. In het begin heb ik dit onder begeleiding gedaan maar uiteindelijk kon ik dit proces zelf bewaken en sturen binnen het tijdspad waarin dat moest, dus heb ik mij verder ontwikkeld op deze competentie. Naast de gestructureerde week hadden enkele cliënten nog individuele doelen, hierin heb ik mij verdiept tijdens een praktijkleeropdracht. Dit proces heb ik kunnen voortzetten binnen de persoonlijke begeleiding die ik ging geven in het derde leerwerkjaar. Door een structuur voor mijzelf hierin te bewaren en te overleggen met mijn werkbegeleider en cliënt kon ik het PB-schap vorm geven van opname tot ontslag.
• De verpleegkundige gaat de wensen en verwachtingen van cliënt na en verwerkt deze in de klinische redenering en zorg voor de zorgvrager: Tijdens mijn derde leerwerkperiode kon ik mijn visie en basishouding extra ontwikkelen door de presentietheorie te hanteren in mijn begeleiding. Door de cursus motiverende gespreksvoering via Arkin en op school (COVA MI) kon ik mijn gespreksvaardigheden onderbouwen en uitbreiden om zo op zoek te gaan naar het doel en de motivatie van cliënten. Voornamelijk binnen de verplichte setting (TBS) waarin cliënten zaten, was de motivatie soms lastig terug te vinden door verschillende factoren, bijvoorbeeld medicatiegebruik en het ziektebeeld. Tijdens mijn leerwerkperioden ben ik de cliënten steeds meer op holistische wijze gaan zien en bejegenen, door de ervaring die ik op heb gedaan de afgelopen jaren die mij heeft geleerd dat aansluiten bij de cliënt het beste werkt voor mij.
• De verpleegkundige plaatst de verpleegkundige redenering in multidisciplinair context: In mijn derde leerwerkperiode heb ik mij nog verder kunnen ontwikkelen door mijn rol als PB’ er waarbij ik mijn cliënt ook heb opgenomen en over heb gedragen aan een ambulante vervolgsetting. In zijn behandeling heb ik hem multidisciplinair kunnen vertegenwoordigen tijdens behandelplannen, maar heb ik ook verpleegkundige overdrachten geschreven voor zijn vervolgsetting. Omdat er veel geregeld moest worden rondom de overdracht van cliënt heb ik veel multidisciplinair moeten werken. Dit proces heeft mij erg geholpen in mijn ontwikkeling met betrekking tot de multidisciplinaire samenwerking.